Het vlechten van heggen is een oud ambacht dat in Nederland al eeuwen wordt uitgeoefend. Boeren vlochten de heggen, soms als extra bron van inkomsten. Rond 1900 lag er rond akkers en weilanden in Oost- en Zuid-Nederland nog een indrukwekkend netwerk van heggen en houtwallen. Vanaf de vroege Middeleeuwen, of zelfs al eerder, werden de heggen en houtwallen aangelegd als veekering. Ze leverden hout voor gereedschap en hout voor in de kachel tijdens koude winterdagen. Gevlochten heggen dienden ook als perceelgrens. De heggen bestonden vaak uit meidoorn die met een speciale techniek in elkaar werden gevlochten, om ze ondoordringbaar te maken voor het vee.
Zo ontstond het indrukwekkende Maasheggen cultuurlandschap; wielanden omringd door gevlochten heggen en mooie struwelen. Natuur en mens hebben voor een mooi decor gezorgd. Het kreeg in 2018 de titel UNESCO Men and biosphere. Iedere tweede zondag van maart vindt ergens tussen Vierlingsbeek en Cuijk het Nederlandskampioenschap Maasheggenvlechten plaats.